HET BELANG VAN OVERGANGSRITUELEN
Als gevangenisdirecteur word ik dagelijks geconfronteerd met een tegenstrijdige taak. Aan de ene kant het ontnemen van vrijheid aan een gedetineerde en aan de andere kant de noodzaak om hem (of haar) voor te bereiden op die vrijheid.
Gevangenisstraf is de zwaarste straf die Nederland kent. Die wordt opgelegd door een rechter en uitgevoerd in een gevangenis. Na afloop van de straf keert de gedetineerde weer terug in de samenleving en gaat verder met zijn leven. Hopelijk op zo’n manier dat hij niet terugkomt in de gevangenis.
‘Als gevangeniswezen zien wij onze klanten het liefste nooit meer terug, wij doen dus liever niet aan klantenbinding.’
Tijdens de gevangenschap proberen wij (mijn collega’s en ik) iemand zo goed mogelijk voor te bereiden op zijn terugkeer in de samenleving door, samen met hem, te werken aan zijn re-integratie. Je kunt je voorstellen dat het resultaat van zo’n opdracht erg afhankelijk is van de omstandigheden van de gedetineerde.
Als gevangeniswezen zien wij onze klanten het liefste nooit meer terug, wij doen dus liever niet aan klantenbinding.
Als directeur vind ik het belangrijk om een open blik te hebben en met zo min mogelijk vooroordeel naar mensen te kijken. Dat geldt uiteraard voor gedetineerden, die allemaal een eigen verhaal en achtergrond hebben, maar ook voor mijn collega’s aan wie ik leidinggeef. Ter verdieping ben ik trainingen bij Human Dimensions gaan volgen. Bij de training Expeditie antropologisch veranderen kwamen overgangsrituelen ter sprake. Dat boeide mij omdat ik daarin een kans zie om gedetineerden te helpen bij hun overstap naar een “normaal” leven. Ik stelde dus tijdens die training aan het einde de vraag:
“Help mij om een overgangsritueel te bedenken voor gevangenen die terugkeren in de maatschappij”.
Wat ik vergat te melden is dat al die gedetineerden (op een stuk of honderd na) uiteindelijk de gevangenis weer verlaten.
Enfin; ik legde dus die vraag neer en blijkbaar maakte dat het een en ander los, want er werd heel enthousiast op gereageerd. Zelfs zo enthousiast dat ik ben uitgenodigd om op de Deep Democracy praktijk dag van 30 augustus deze casus nog een keer te presenteren.
En het leek mij leuk om jullie mee te geven wat ik daar heb opgepikt.
De dag was voor mij al heel leuk omdat ik (zonder voorkennis van de Deep Democracy trainingen) mee mocht kijken in deze methode. Een paar dingen heb ik meegenomen. “Vrijmoedig spreken en openhartig luisteren”. Wat mij betreft draait ieder gesprek daar om. Dan is het mooi om dat toe te passen in een “goed gesprek” met name de aandacht voor de minderheidsstandpunten die benadrukt worden zijn belangrijk. Dan het gesprek op voeten, daar heb ik minder gevoel bij, maar het is wel een mooie methodiek om zo veel mogelijk boven water te krijgen.
Dan mijn casus:
Wat mij opviel is dat, ook hier weer, veel vooroordeel is over detentie en de manier waarop het wordt uitgevoerd. Voor mij verfrissend om eens in een gezelschap te zijn dat niet gehinderd wordt door kennis. Juist daardoor kwamen er een paar mooie “meenemers” naar voren.
– Het is gewoon een manier om te reorganiseren: kon ik helemaal niet plaatsen maar kennelijk roept mijn vraag dit op;
– De roep van de gedetineerden: jullie praten over mij, maar niet met mij: zeker een probleem binnen onze wereld;
– De constatering dat er een groot gat is tussen het management (met name het hogere management) en de vloer. Iets wat je niet wilt, maar zeker herkenbaar is.
En dan kom ik toch bij de voorgestelde rituelen. De voor de hand liggende rituelen kwamen natuurlijk voorbij: een brief/boek laten schrijven; een goodie pakket meegeven (“bedankt voor je bezoek aan de gevangenis”); spullen weggooien/verbanden.
Het ritueel dat mij het meest raakte en waar ik ondertussen voorzichtig mee bezig ben:
“Geef de gedetineerde op de laatste dag de sleutel en laat hem/haar zelf naar buiten lopen”.
Dit symboliseert volgens mij de overgang: de gedetineerde neemt zelf de eerste stap naar zijn nieuwe leven door iets te doen wat in de voorliggende periode ondenkbaar was.
Ik heb genoten van de dag, de gesprekken met de deelnemers, de andere kijk die het geeft op mijn werk en de stapjes die ik gezet heb in mijn eigen ontwikkeling.
Tekst -Gino Tibboel